Soest 2 – Woerden 4

We zitten nog vroeg in het seizoen is dit al de derde keer dat de clubs elkaar treffen en tot nu toe was er nog geen zege geboekt voor Soest. De lat lag deze avond dus hoog. Na een mooie uitleg van Hans over de geschiedenis van het gebouw werden de partijen gestart!

Bord 1 Willem Vink – Nick Burggraaf (0 – 1)

Het Colle systeem kwam op het bord en na de opening creëerde Willem een achterwaartse c-pion welke ik kon aanvallen. Het was hierdoor voor wit een lastige taak om de damesvleugel in stand te houden en na wat manoeuvreren kon ik op de damesvleugel pionnen winnen en mijn zware stukken activeren. Willem maakt nog een mooie zet in de eindfase van het spel en bood zijn loper “gratis” aan. Gelukkig kon ik de verleiding weerstaan en doorgaan met de taak om mijn doorgebroken pion te promoveren.

Waarom de loper niet gratis is:
27…Lxd4 28.exf7+ Kh8 29.f8=D Txf8 30.Txf8 schaakmat!
of 28…Kf8 29.Dxh7 +-

Bord 2 Anton Hagens – Wim Veelenturf (1 – 0)

Anton kreeg met wit de Steinitz-verdediging van het Spaans tegen zich. Er werden enkele stukken geruild, waarna zwart ervoor koos om een passieve positie in te nemen. Een kleine combinatie leidde tot pionwinst voor wit, en dameruil. Door een kleine onnauwkeurigheid verspeelde Anton de pion voorsprong weer, wel resteerde groot ruimtevoordeel met daarbij een goede witte loper tegen een slechte zwarte. Door het openen van de h-lijn kon de witte toren doordringen in het hart van de zwarte stelling op d7. Na het eerste pionverlies dat dit met zich meebracht besloot de zwartspeler de strijd te staken.

Bord 3 Leo de Vos – Hans Bakker (½ – ½)

Hier ben ik, zwart, aan zet nadat wit Dx(T) f1 had gespeeld en remise aanbood. Ik had het beste Td8 kunnen doen, maar ik speelde b5. Gezien de stelling en de beschikbare tijd accepteerde ik remise, uitgaande van wit’s volgende Pa5. Hij bekende dat zijn volgende zet Pc6 geweest zou zijn, waardoor ik middels Db6 meteen zou hebben gewonnen. Helaas.

Bord 4 Mark van der Kruijk – Frans Janssen (1 – 0)

Toen onze verlichte teamcaptain in de groepsapp van het tweede team van Soest inventariseerde wie beschikbaar zou zijn voor de externe thuiswedstrijd tegen Woerden 4, antwoordde ik met de volgende tekst: “Ik doe graag mee. Ik ben mentaal klaar voor een genadeloze overwinning”. Uiteraard was dit een grapje. Van arrogantie en zelfoverschatting is geen sprake. Ik ben inmiddels gepokt en gemazeld met betrekking tot het incasseren van domme nederlagen, en ik loop rond met het volle besef dat ik een zeer matig schaker ben.
In ieder grapje schuilt echter wel een kern van waarheid. Deze waarheid is dat ik dit seizoen mijn eerste nederlaag nog moet incasseren en na een recente remise tegen schaakfenomene Marijke Kok loop ik daadwerkelijk een klein beetje naast mijn schoenen. Nu moest ik alleen nog wel mijn externe wedstrijd tegen Woerden winnen. Mijn tegenstander oogde weliswaar heel vriendelijk, maar niet al te imposant. Hoewel ik mijzelf achter het schaakbord heb leren kennen als een enorme zenuwlijer, voelde ik dit keer een onverklaarbare kalmte, die mij zelf verbaasde. De partij was kort en krachtig. Na een stief uurtje stak mijn tegenstander royaal zijn hand naar mij uit en capituleerde hij. Hij leek zelfs opgelucht. De gehele wedstrijd had hij achter de feiten aangelopen. Hij kwam al snel strategisch ongemakkelijk te staan. Na twintig zetten stond hij een pion achter en stond zijn koning slechts verschanst achter een zwakke dubbelpion. Mijn grootste angst was dat ik een toch nog stommiteit zou begaan en uiteindelijk met nul punten zou moeten afdruipen, de diepe nacht in, in het volle besef dat ik de zaterdagochtend depressief als een aap zou doorbrengen. Zo stond ik op een gegeven moment voor een keuze. Ik zag twee verschillende oogstrelende mataanvallen, waarbij het ene stukoffer de andere opvolgde. Hoewel ik wel geloofde dat deze mataanvallen kansrijk waren, koos ik, geheel tegen mijn gewoonte in, voor de derde variant, waarbij ik koos voor safe, saai en degelijk. Ik zag een mogelijkheid om de dames en de beide torens uit te ruilen, alsmede de lopers van gelijke kleur. Ik had uitgerekend dat er in het eindspel met vijf tegen vier pionnen niets meer mis kon gaan.

SSC1922-2 heeft nu twee keer op rij met 5-1 gewonnen. Ik merk dat ik heel voorzichtig
begin te fantaseren over een hele vette eerste plaats in de eindklassering. Kan ook
eigenlijk niet anders met zulke fantastische teamgenoten. Achter het schaakbord
imponeren zij als ware halfgoden. Met mannen als Nick Burggraaf en Mattias van der Wal
in de gelederen zijn de eerste twee punten feitelijk al binnen. Anton Hagens zet de
toeschouwer iedere keer weer op het verkeerde been. Hij speelt steevast oersaaie
wedstrijden, waarin het winstperspectief heel ver lijkt te zijn verwijderd, maar wanneer zijn
tegenstander één geringe strategische onzorgvuldigheid maakt, is de reactie van de
gemoedelijk ogende Anton katachtig en onverbiddelijk. Hans Bakker is degelijk en solide,
taai als leer. Hij verliest nooit, wanneer hij dat niet wil. En is het iedereen al opgevallen dat
Ben van Vlierden iedere wedstrijd steeds beter gaat spelen? Wanneer eindigt zijn
progressieve curve? En
tenslotte mogen wij in noodgevallen altijd rekenen op invaller Rob Prinzen, privé een hele
aimabele man, maar achter het schaakbord is hij levensgevaarlijk. Tip: speel nooit met wit
de Siciliaanse Opening tegen Rob.
Samengevat: SSC1922-2 mag hopen op een heel mooi seizoen!

Bord 5 Isaï de Vogel – Rob Prinzen (½ – ½)

Ik speelde met zwart tegen Isaï de Vogel. De jongste speler van het team.In de opening wilde ik zijn loper op b2 neutraliseren door zijn pionnen op d4 en e5 vast te zetten. Vervelende bijkomstigheid was dat zowel mijn witveldige als de zwartveldige loper ingesloten
raakten. Isaï kon een mooie aanval op de koningsvleugel opbouwen. Dat deed hij iets te enthousiast op de 16 e zet. Na Ph4 kon ik mijn paard met schaak naar h3 spelen, wetende dat ik vervolgens het witte paard op h4 kon pakken. Wit speelde vervolgens Te3, maar die werd onmiddellijk verjaagd door mijn f-pion.; de toren kon subiet weer terug naar e1.

Het zag er opeens heel gunstig voor mij uit, maar na f3 blijkt er nog net een verdediging
voor wit te zijn (Pg3 en Lf1). In de verdere afwikkeling liet ik de verdubbeling van wits torens op de g-lijn toe, waardoor wit opeens weer veel dreiging had. Wit miste nog een grote winstkans op de 27 e zet; en ik miste een kans om een kwaliteit te winnen op de 37 e zet.
Na afruil van de torens kwam een eindspel met gelijke lopers op het bord. Ondanks dat ik 2 pionnen achterstond kon ik een doorbraak voorkomen en besloten we tot remise.

Bord 6 Ben van Vlierden – Larissa Hessing (1 – 0)

Zwart verliest een stuk. Ze speelde nog dapper door tot de 57 e zet, maar verlies was onvermijdelijk.

Dit bericht is geplaatst in Externe Competitie, Senioren. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.